Then of than?

De Engelse woorden then en than worden vaak door elkaar gehaald.
Maar wanneer gebruik je then en wanneer than?

Then is gerelateerd aan tijd, bijvoorbeeld: dan, daarna, vervolgens, toen, enz.

Voorbeelden:
I was living in Amsterdam back then (Ik woonde toen in Amsterdam).
After the party I went straight to the snackbar, and then I went home (Na het feestje ging ik direct naar de snackbar, en daarna ging ik naar huis).

Than gebruik je in een vergelijking, bijvoorbeeld: mooier dan, groter dan, beter dan, enz.

Voorbeelden:
My dog is older than yours (Mijn hond is ouder dan de jouwe).
This restaurant is better than the last one (Dit restaurant is beter dan het vorige).